Wie zit er aan het stuur? Over de delen in jezelf en je kind

“Morgen ga ik echt op tijd en zelf opstaan en zorgen dat ik alles op orde heb“, zegt je kind in de avond. Maar de volgende ochtend is datzelfde kind niet uit bed te krijgen. Hoe kan dat? Wat is er gebeurd in de tussentijd?

Alsof er ineens een ander deel van je kind aan het stuur zit. En dat is precies waar dit blog over gaat: hoe verschillende innerlijke ‘delen’ invloed hebben op gedrag, bij kinderen én bij jezelf.

Handige en minder handige delen

Veel psychologische stromingen gaan ervan uit dat we bestaan uit verschillende innerlijke delen, elk met een eigen taak of positieve bedoeling. Je kunt het zien als een innerlijk team dat samenwerkt om jou door het leven te helpen. Maar er kan maar één deel tegelijk aan het stuur zitten.

Soms is dat een gemotiveerd deel. En soms neemt een vermijdend deel het over, of een angstig kind-deel dat het liefst onder de dekens kruipt. Sommige delen raken onderling in conflict: het deel dat wil ontspannen op de bank, tegenover het deel dat vindt dat je móét bewegen.

En er zijn ook delen die zich diep hebben teruggetrokken, omdat ze ooit te veel pijn meemaakten. Die noemen we ‘vaded’ delen: delen die ooit een belangrijke rol hadden, zoals beschermen of overleven, maar zich nu verschuilen in een soort innerlijke bunker.

Elk deel heeft zijn eigen stem, zijn eigen taal, zijn eigen energie. En soms wisselen ze zich razendsnel af, waardoor een kind op zondagavond oprecht zegt dat het zijn leven gaat beteren, maar maandagochtend geen stap uit bed te krijgen is.

Het juiste deel op het juiste moment

Al je delen komen het beste tot hun recht als ze op het juiste moment actief zijn. Het wordt pas lastig als een beschermend deel (angst) het overneemt bij een presentatie. Of als een ontspannend deel (lekker beeldschermen) aan het stuur zit wanneer er geleerd moet worden.

Ook bij ouders zie je innerlijke conflicten: “Ik wil dat mijn kind gelukkig is en geen pijn voelt” tegenover “ik wil dat mijn kind leert van zijn ervaringen”. En allebei zijn waar.

De vraag is dus: hoe krijg je het juiste deel aan het stuur — op het juiste moment?

Hoe begeleid je je kind hierin?

Met deze tips kun je dit onderwerp goed uitleggen aan je kind. Vaak geeft het kinderen ook lucht om er zo naar te kijken. Een meisje zei eens: “Dan ben ik niet meer Emma maar dan neemt Bange Elly het over”.  Onze zoon had het als kleuter een keer over een boze clown die het soms overnam en we konden samen bespreken wat hij ermee wilde doen.

1. Leg uit hoe het werkt

Vertel je kind dat het brein werkt als een team met verschillende spelers. Soms zit de sportieve speler aan het stuur, soms de uitsteller, de dromer of de planner. Elk deel heeft zijn eigen kracht, maar ze kunnen niet allemaal tegelijk de leiding nemen.

bus delen egostates chauffeur

 Gebruik bijvoorbeeld deze vergelijking:

“Stel je voor dat jouw team in een bus zit. Wie zit er meestal achter het stuur als het spannend wordt? En wie zou je liever daar willen hebben zitten?”

2. Geef je eigen voorbeelden

Kinderen leren van wat ze zien. Vertel hoe het bij jou werkt:

“Als ik een moeilijke mail moet sturen, komt mijn perfectionist vaak naar voren. Die maakt het zo groot dat ik ga uitstellen. Dan probeer ik mijn ‘gewoon-doen-deel’ op te roepen: die zegt ‘schrijf gewoon wat in je hoofd zit, dan kijk je later wel verder.’”

Zo leren kinderen dat iedereen innerlijke delen heeft, ook volwassenen.

3. Laat je kind zijn of haar delen een naam geven

Sommige kinderen vinden het fijn om hun innerlijke delen een naam te geven of te tekenen. Denk aan:

  • De Planner

  • De Chiller

  • De Piekeraar

  • De Doorzetter

  • De Duiker

  • De Genieter

Als je weet wie er aan het stuur zit, kun je makkelijker bijsturen:

“Wie zit er nu aan het stuur, denk je?”
“Zou de Chiller misschien een beetje opzij kunnen voor de Doorzetter?”

4. Herinner aan eerdere successen

Laat je kind terugdenken aan een moment waarop het goed ging:

“Weet je nog die ene toets van wiskunde dat je nog tot heel laat door ging en een 7 haalde? Wat hielp je toen om in de flow te komen?”

Zo wordt het makkelijker dat deel opnieuw op te roepen.

in de flow huiswerk delen egostates

5. Gebruik suggestieve vragen

Vermijd dwingende opdrachten en kies voor meer open vragen:

  • “Wat zou je Planner nu zeggen?”

  • “Hoe kun je de Doorzetter naar voren halen?”

  • “Wat helpt jou om je rustige deel in te schakelen voor die toets?”

Je kind leert zo zelf te sturen, superhandig.

6. Maak een innerlijke 'teamopstelling'

Pubers vinden het misschien stom, maar voor jongere kinderen is dit een mooie tip: teken samen een blad met de verschillende delen van je kind.

  • Waar is dit deel goed in?

  • Wat doet het graag?

  • Wanneer helpt het?

  • Wanneer is het beter dat dit deel even rust krijgt?

Zo maak je het wat meer tastbaar en bespreekbaar.

Als delen tegenwerken...

In mijn praktijk is werken met innerlijke delen een belangrijk onderdeel van hypnotherapie. In hypnose gaan we in gesprek met de delen die op ‘het verkeerde moment’ aan het stuur zitten. Of we lossen conflicten op tussen delen die elkaar tegenwerken.

Het doel: weer rust en samenwerking in je innerlijke team. Dat werkt voor volwassenen én voor kinderen.

Nieuwsgierig wat dit voor jou of je kind kan betekenen? Boek gerust een kennismakingsgesprek.

Wil je eerst algemene tips om je kind te motiveren? Vraag dan mijn gratis e-book aan.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven