Even slikken en weer doorgaan…

Even slikken en weer doorgaan…

Even slikken en weer doorgaan, omgaan met teleurstellingen… dat moeten we de laatste tijd heel vaak. Naast al het grote leed in de zorg is er ook gewoon het kleine leed thuis. Kinderen in groep 8 die waarschijnlijk geen leuke afscheidsperiode krijgen: musical, kamp, afscheidsavond… Sporttrainingen, competities en toernooien die niet doorgaan. Eindexamenkandidaten die na weken onzekerheid horen dat het Centraal Examen niet doorgaat: tja, dan hang je nu je tas aan de vlag? Wel een anticlimax na jaren hard werken. Of je baalt juist, omdat je er nog niet helemaal goed voor stond. Net als de achtstegroepers die hoopten hun schooladvies nog even op te halen met de eindcito.

En dan lezen we weer de nieuwsberichten over volle IC’s, de dagelijkse en wekelijkse cijfers, de verhalen van mensen die iemand verloren hebben.

Als we al het leed op een weegschaal gaan leggen, dan heb je niets te klagen over je afscheid van groep 8, of dat je Sweet Sixteen-feestje niet doorgaat. In theorie. Maar zo werkt het natuurlijk niet: de dingen die jouw leven of dat van je kinderen raken, die zijn er gewoon en die zijn ook gewoon verdrietig.

Ik weet nog dat ik in de eerste thuisweek de laatste sportwas aan het vouwen was en ook moest slikken: een hele stapel shirts en broeken van onze zoon, van al zijn trainingen. Ik wist dat ik die voorlopig niet meer tegen zou komen in de was. En ik weet nu dat zijn NK hoogstwaarschijnlijk ook niet doorgaat. En zo zijn er allerlei sporters die dag in dag uit bezig waren hun prestaties te verbeteren, en nu thuis zitten en hooguit ‘een frisse neus’ mogen gaan halen.

6 tips voor het leren omgaan met teleurstellingen

Het zal best wat scènes geven in huis, de kleine en grote teleurstellingen die er zijn. En misschien word je er kriegel van, want er zijn belangrijkere dingen. Of misschien voel je zelf ook gewoon verdriet om wat nu allemaal niet doorgaat. Daarom hier mijn tips:

  1. Het is OK om je zo te voelen. Vertel dit aan je kind en aan jezelf. Je mag boos zijn, je mag verdrietig zijn, je mag balen. Als je meteen zegt: “Denk eens aan al die zieke en eenzame mensen, dát is pas erg”, dan ga je een stap te snel. Je mag ook gewoon delen met je kind dat jij het ook heel jammer vindt. En dat het inderdaad stom is allemaal. Ik lees online veel kritiek van ouders onderling naar elkaar toe: “Dat jij je nu dáár druk om maakt, zó egoïstisch”. Wees mild naar elkaar: we zijn allemaal mensen en of het nou egoïstisch is of niet, we hebben gevoelens. En dat ‘even slikken’ is voor de een nu eenmaal lastiger dan voor de ander…
  2. Wees aanwezig voor je kind. En dan bedoel ik niet dat je thuis bent (want dat zijn de meesten van ons nu wel), maar dat je open staat voor wat er speelt. Waar heeft je kind behoefte aan? Troost? Rust? Alleen-tijd? Samen-tijd? Geruststelling? Lachen? Praten? Geef dat dan. Misschien klinkt het zweverig, maar dit gaat over ‘intunen’: het begint bij eens even stil te staan, een paar keer diep te ademen. En ga dan eens voelen wat je zelf allemaal voelt (en dan kan heel veel zijn) en laat dat er allemaal gewoon zijn. En als je daar wat bewuster mee omgaat, dan is het ook gemakkelijker om jezelf open te zetten voor wat er echt bij je kind speelt.
  3. Hou voor ogen dat dit een leerproces is, het omgaan met teleurstellingen en onzekerheden: het buigen voor dat wat niet kan of mag, het spreekwoordelijke ‘even slikken en weer doorgaan’. Je kind moet ‘jammer’ leren zeggen en jij speelt daarbij als ouder een grote rol. Jij hebt al heel wat dingen meegemaakt en hobbels overwonnen, kinderen hebben daar over het algemeen (gelukkig) minder ervaring mee. En ze leren van elke ervaring. Wanhoop niet als je kind over-dramatisch doet. Hou voor ogen dat dít de momenten zijn om hier sterker in te worden.
  4. Pak je plek als ouder. We hebben allemaal een ‘kind-stuk’ waar we wel eens in schieten (als de wanhoop of boosheid groot wordt, als we het allemaal niet eerlijk vinden). En soms hangen ouders daar zo erg in, dat het kind voor de ouder gaat zorgen en zich groot gaat houden. Zorg dat jij als volwassene stevig staat, dat je uitraast/bijtankt bij andere volwassenen, zodat je kind bij jou gewoon kind kan zijn. Met alle nukken die daar soms bij horen. Als jij je plek goed pakt, straal je rust uit naar het hele gezin. Jij weet dat deze fase weer voorbij gaat, zoals alle stormen die voorbij gaan, voor kinderen is dit moeilijker te overzien. We weten niet wanneer, maar er komt een tijd dat dit voorbij is. Daarin kun je je kind geruststellen.
  5. Blijf uitleggen waarom dit allemaal nodig is. Wees geduldig. Onze puberzoon is echt niet dom, maar zeker in het begin bleven we dagelijks dezelfde vragen krijgen. Waarom kan dit niet? Waarom mag dat niet? Afhankelijk van het karakter en de leeftijd van je kind kun je informatie geven. Kijk samen naar filmpjes die het uitleggen, of laat plaatjes zien hoe dingen werken. Overdrijf het niet, want sommige kinderen worden er te bang van. Straal ook geruststelling uit: als we dit nu allemaal goed doen, dan redden we zoveel mogelijk mensen.
  • 6. Kijk samen naar wat er wél kan. Ga met je kind brainstormen. Ach, je verjaardagsfeest kan niet doorgaan zoals altijd, maar wat kan wél? Denk aan bedrijven die nu van huis uit de vrijdagmiddagborrel regelen: allemaal vanachter je eigen PC. Dát is creatief denken en de humor erin houden. Hou een bioscoopavondje met je gezin met popcorn en al. Ga fantaseren wat voor feestje je gaat geven wanneer het weer wél kan. Zet al je energie en teleurstelling om in daadkracht: ga kaartjes maken en langsbrengen bij het verpleeghuis. Ga met je kind een nieuw project starten, samen een taal leren. Of een tekencursus. Of muziek maken… zoek een leuke bezigheid die jullie de komende weken samen brengt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *