In de puberteit kan het flink vlammen: kinderen die brutaal tegen je ingaan, of die scheldwoorden gebruiken waarvan je niet gediend bent. Dagelijkse opvoedsituaties over bijvoorbeeld stoppen met gamen of kamer opruimen kunnen zo snel uit de hand lopen.
Hoe kun je grenzen stellen aan dit gedrag? Wat we vaak doen, is zelf ontploffen, stem verheffen, dreigen, en maken we de situatie nog erger. In dit blog lees tips om op een andere manier te reageren.
Grenzen stellen begint zelfbeheersing
Het allerbelangrijkste is dat jij niet meegaat in de boosheid. Je kind stapt op de ‘escalatieladder’ en nodigt jou uit hetzelfde te doen: zo ga je om de beurt elk een treetje omhoog. Wees je hiervan bewust, want dit gaat niet helpen. Pubers kunnen meesters zijn in het uitdagen en weten precies op de juiste knopjes te drukken. De kunst is natuurlijk dan om die knopjes wat minder gevoelig te maken, zodat je zelf niet over de rooie raakt.
Dit vraagt om een next level aan zelfbeheersing, zodra je voelt dat je die kant op gaat: tot 10 tellen, rustig blijven ademhalen, even naar de WC. Dit is wat je uiteindelijk ook aan je kind wilt leren, niet te snel ontploffen, dus oefen er ook zelf mee en geef zo het goed voorbeeld.
Duidelijke grenzen en consequenties
Is het voor jou duidelijk welk gedrag je niet wilt zien? Wat vind je precies brutaal en welke scheldwoorden wil je niet horen? Wees daar precies in, want anders blijft het vaag voor je kind. En maak vervolgens heel duidelijk – op een rustig moment – dat er in jullie huis nieuwe regels gaan gelden, met duidelijke consequenties. Bedenk dus vooraf al consequenties (niet op het moment als je bovenop die escalatieladder staat en het he-le-maal zat bent en dingen gaat roepen die je niet eens kunt uitvoeren).
Liefst zijn consequenties passend bij het gedrag, logisch, maar in elk geval iets waar je kind ‘last’ van heeft: beperking schermtijd, de geldkraan dicht, stoppen met diensten zoals taxi spelen en kleding wassen. Je kunt er een bepaalde tijdsperiode aan koppelen.

De sleutel hierbij is dat het gewoon duidelijk is voor iedereen, plus dat jij je niet machteloos voelt en boos wordt. Jij kunt gewoon rustig blijven: de regels en gevolgen aankondigen en de keuze bij je kind leggen. Kiest je kind toch voor het overtreden van de regels, dan hoef je ook niet boos te worden, dan kun je de consequentie aankondigen zonder al te veel woorden. We hebben vaak de neiging om dan te gaan preken, dat hoeft niet op zo’n moment: vertel oorzaak-gevolg en loop weg uit de situatie.
Begrip en communicatie
Als je denkt aan die regels en het handhaven ervan, lijkt het misschien op een streng politieregime. Maar het idee is juist dat je niet snel in bovenstaande situatie terecht komt. Zorg dat je een sfeer creëert waarin je kind durft te zeggen wat hem of haar dwars zit. Dat maakt dat je kind ook niet van alles hoeft op te kroppen en de boel minder snel escaleert
Voorwaarde voor zo’n open sfeer is dat je actief luistert en echt probeert te begrijpen wat er achter het gedrag van je kind schuilt. Niet teveel praten, geen ongevraagde adviezen, vooral meeleven en snappen dat het voor een puber allemaal niet meevalt.
En let op: als je zelf erg meegaat in de emotie van je kind (bijvoorbeeld dat jij verdrietig wordt als je kind zich buitengesloten voelt) dan wordt het voor je kind lastiger om dit soort dingen met je te delen: blijf de volwassene, blijf rechtop, hou vertrouwen dat het goed gaat komen! Des te meer voelen ze dat ze bij je terecht kunnen met hun overwhelming emoties.
Leren omgaan met boosheid en frustratie
Terwijl je die duidelijke regels en consequenties stelt, houd dan in je achterhoofd dat het voor een tiener nog moeilijker is om zich te beheersen dan voor een volwassene en dat grenzen stellen niet altijd meteen resultaat geeft. Het is ook heel belangrijk om je kind te leren omgaan met boosheid en frustratie. Door het te benoemen, te herkennen, door bijvoorbeeld te delen hoe jij dat doet als je een collega of je baas irritant vindt. Door zelf het goede voorbeeld te geven als het gaat om scheldwoorden en alternatieven.
Wat zeker helpt is je kind letterlijk te laten oefenen met passende frustratie. Misschien hoor je ook wel eens praten over de ‘snow flake’ generatie: de generatie kinderen bij wie alles vanzelf gaat, waardoor ze moeilijk met tegenslag leren omgaan. Kijk als ouder dus ook wanneer je een gewoon ‘nee’ kunt zeggen. Of je kind dingen laat doen waar ze eigenlijk geen zin in hebben.

Tenslotte
Natuurlijk kun je bij brutaal gedrag en schelden denken dat het bij de puberteit hoort, maar dat betekent niet dat je alles moet accepteren. Grenzen stellen is een opvoedtaak van ouders. Met de juiste benadering kun je zorgen voor een omgeving waarin zowel jij als je kind zich begrepen en gerespecteerd voelen. Door vast te houden aan je aanpak, door je communicatie en door begrip te voelen en te tonen. Het is niet altijd makkelijk, maar uiteindelijk word je er allebei beter van!