Als je kind zo snel boos is

Als je kind zo snel boos is

In dit blog een verslag van een sessie met een kind dat snel boos is. Met tussendoor ook praktische tips hoe je hier als ouder mee om kunt gaan.

Boos huilend de trap op

Hij zit met zijn moeder voor de computer. En ik in mijn praktijk voor mijn scherm. Hij is negen jaar en zit in groep zes. Ik babbel eerst wat met hem over hoe het gaat met school zo op afstand… en dan vraag ik naar zijn laatste boze bui. Dat was die ochtend nog: zijn moeder wilde zijn schoolwerk nakijken en had daar opmerkingen over. Hij was boos schreeuwend en huilend de trap op gerend, naar zijn kamer.

De thermometer

Ik pak mijn grote houten thermometer erbij en leg uit dat die voor je boosheid staat: bij 0 is het nog rustig en bij 10 ontplof je.

“Was er eerder vanmorgen al iets gebeurd, zat je misschien al hoger dan 0?”
“Ja mijn broer had me wakker gemaakt en dat vond ik niet leuk”
“Dus hoe hoog zat je toen?”
“Ik denk op 2”

Ik stop twee blokjes in de grote thermometer en hij kan ze zien en horen vallen.

“En toen, na het ontbijt, toen begon mama over je schrift? Wat dacht je toen?”
“Dat vind ik nooit leuk want dan ziet ze wat ik fout doe”
“Dus wat gebeurde er met je thermometer?”
“Die ging naar 4”. Zo leuk hoe kinderen meteen snappen hoe zoiets werkt.
“En toen, zag mama toen de foutjes die je had gemaakt?”
“Ja, toen werd het een 6”.

Tip 1:

Leg je kind uit hoe boosheid met kleine stapjes gaat. En als je door iets anders al een beetje geïrriteerd bent, dan ben je ook sneller bij je kookpunt. Noem voorbeelden hoe dat bij jezelf ook zo werkt. Je kind denkt dat het in één keer van 1 naar 10 schiet, dus leer je kind om te kijken naar de kleine stapjes.

Erkenning geven

Moeder vult aan dat ze hem erop had gewezen dat hij die fouten niet had hóeven maken, als hij zich beter had gefocust en niet tegelijkertijd aan het appen was met vriendjes.
“Irritant is dat hè, als je iets fout doet en als iemand dat dan nog eens zegt ook. Dat heb ik ook bij ons thuis”, vertel ik hem. Hij kijkt me opgelucht aan, hij is dus niet de enige. “Nee,” vervolg ik. “Dan wéét ik heus ook wel dat het niet helemaal goed is. Als iemand die ik lief vind daar dan wat van zegt, dan doet dat extra pijn. Gek is dat hè?”. Hij knikt hevig.

Tip 2:

Geef je kind erkenning voor wat het voelt. Benoem het, herken het, leg uit dat het best logisch is dat het kind zich zo voelt.

“En hoe werd je weer rustig?”

“En wat gebeurde er met je, toen je thermometer een 6 werd?”
“Toen ging ik heel boos naar mijn kamer”
“En hoe werd je toen weer rustig?”
“Nou toen kwam mijn vader met mij praten.”
“Wat maakte dan dat je rustig werd?”
“Nou hij praatte rustig met mij en toen werd ik ook weer rustiger”.
“En je thermometer?”
“Die zakte toen alweer naar 2”
“En toen?”
“Toen moest ik van papa weer naar mama om het uit te praten”
“En hoe ging dat?”
“Toen zakte het naar 1, en nu is het eigenlijk 0”, besluit hij met een big smile en een tevreden zucht.

Tip 3:

Als je een boze bui na bespreekt, leg dan vooral de nadruk op: hoe werd het weer rustiger? Wat deed je om rustiger te worden? Wat maakte dat je weer rustiger werd?

Hoe krijg je je thermometer weer omlaag?

Ik leg hem uit dat als je héél hoog in je thermometer zit, bv 7 en hoger, dat je dan ook echt niet meer goed kunt nadenken. Dan ben je gewoon boos en verdrietig, en kun je ook niet rustig reageren. Soms doe je dan dingen waar je later spijt van krijgt. En pas als het weer omlaag gaat naar bijvoorbeeld 3 of 4, dan kun je weer rustig nadenken en praten over wat je wel of niet leuk vindt.

Tip 4:

Leg je kind uit hoe het werkt met boosheid. En dat je als ouders ook zo’n thermometer hebt. En dat het heel fijn is als je allemaal niet teveel omhoog gaat, want dan kun je nog rustig praten en nadenken over oplossingen.

Afkoellijstje voor als je boos bent

Het is vooral heel handig als je zorgt dat je niet bij die 7 uitkomt. Dus hoe voelt het van binnen, als je boos wordt? En wat kun je dan doen? En wat kunnen papa en mama doen om jou te helpen? Zo maken we een heel lijstje met dingen die helpen met afkoelen: een muziekje luisteren, een boekje lezen, met zijn knuffel op bed liggen, even rustig ademhalen…

Tip 5:

Maak een afkoellijstje met je kind, en bespreek het regelmatig. Als jij ziet dat de temperatuur aan het stijgen is, help je kind dan herinneren aan het lijstje. Het is voor een kind heel lastig aan te voelen wanneer het voorbij het punt van ‘no return’ gaat. Spreek bijvoorbeeld een teken af samen, een knipoog of gebaar.

“En dan lukt het niet en niemand kan mij helpen”

kind snel boos

Ik vraag wanneer hij nog meer boos was geweest deze week. Nou dat gebeurt als een som niet lukt, ook deze ochtend. “En dan snap ik het niet, en dan zit ik alleen en niemand heeft tijd om mij te helpen. In de klas kan ik het dan vragen, maar nu thuis kan dat niet altijd meteen.”

“Dus eigenlijk heb je het zelf opgelost?”

Ik vroeg hoe dat dan deze ochtend was afgelopen. “Nou, ik snapte som 1 niet, en daar werd ik boos om. Maar toen ging ik door met som 2 en 3, en toen begreep ik toch som 1 ook.”
“Dus je hebt het niet opgegeven en zelf een oplossing gezocht!”
“Ja. Eigenlijk wel!” Door mijn computerscherm heen zie ik zijn ogen oplichten.
“Wat zei je dan tegen jezelf?”
“Nou dat ik het gewoon nog eens moest proberen en het anders maar even over moest slaan.”

Tip 6:

Help je kind ook met het kijken waar het goed is gegaan toen het moeilijk was, en hoe dat is gelukt. Dat geeft zelfvertrouwen voor de volgende keer dat het niet lekker loopt.

Omgaan met leerfrustratie: de Leerkuil

leerkuil

Ik pak de Leerkuil erbij en hou hem voor de camera.

“Zie je die kuil op het plaatje? Als je iets aan het leren bent, dan ga je van links dóór deze kuil naar de overkant rechts. En onderweg denk je: het is moeilijk, het lukt me niet, ik stop ermee. Je komt zelfs onderin bij een dikke muur. Dan wil je stoppen. En als het je lukt de muur te doorbreken, dán wordt het leuker: misschien kan iemand me helpen, hé het gaat steeds beter, gelukkig heb ik het niet opgegeven!”

Ik leg altijd uit dat we állemaal door de Leerkuil gaan, soms een paar keer per dag, ook volwassenen. En dat het echt niet leuk is, die muur. Maar dat het er wel bij hoort. Wie alsmaar over de kuil heen springt als een konijntje, die is eigenlijk niet echt aan het leren.

Tenslotte

Zo sluiten we deze online sessie af. Hij gaat de komende tijd flink oefenen met het aanvoelen van zijn thermometer, zijn afkoellijstje en met doorzetten als het moeilijk is. Als deze 9-jarige dit nú al leert en snapt, dan is dat een heel belangrijke levensles!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *