“Mam, mag ik alleen thuis blijven? Ik wil niet meer naar de BSO”
“Mag ik na die verjaardag zelf naar huis fietsen?”
“Mam, mag ik een glaasje alcohol op dat feestje?”
“Mag ik alleen thuis blijven als jullie een weekend weggaan?
Van jongs af aan krijgen we al dit soort vragen. En ze komen meestal vóór ik daarover heb nagedacht: wat vind ik hier eigenlijk van? Hier hebben we nog geen beleid voor. Meestal is dat ook letterlijk mijn antwoord. Ik moet het laten bezinken, ik wil het met mijn man bespreken, ik heb tijd nodig om aan het idee te wennen.

Een kleuter die al zelf naar de supermarkt wil, of een 15-jarige die alleen met de bus naar haar eerste popconcert wil gaan, of een 17-jarige die alleen naar Lissabon wil.
Deze week was het onze 19-jarige zoon, die net een paar dagen zijn rijbewijs heeft, na een moeizaam proces. “Mag ik volgend weekend met <vriendin> in een van jullie auto’s naar haar oma in Sneek?”. Zomaar aan tafel tijdens het eten liet hij het bommetje vallen.
Alles in mij riep NEE. Ga het eerst maar motorisch goed leren. Toen hij zijn zwemdiploma haalde kon hij ook amper nog z’n hoofd boven water houden. En dan via Amsterdam naar Sneek, ik moest er niet aan denken. Nog voor ik mijn man had aangekeken begon ik al een preek over ‘geen goed idee’, ‘eerst wat meer ervaring opdoen’, ‘samen met ons rijden’ en ‘vertrouwen moet groeien’. Mijn loyale man kon niet anders dan mij gelijk geven en begon over hoe vermoeiend zo’n eind rijden is als je nog niet ‘onbewust bekwaam’ bent.
Onze zoon is erg goed in debatteren, en houdt vooral vol op momenten dat wij moe en weerloos zijn. “Dus als ik je goed begrijp moeten we eerst examen doen bij het CBR en daarna nog eens bij jullie?”.
Onze dochter, die nog rijles heeft, voegde toe: “Ik had al helemaal in mijn hoofd dat als ik straks slaag, ik meteen met de auto naar Italië rijd, maar dat mag blijkbaar niet”.
Pfff, waar zijn mijn kleuters gebleven?
Er werd doorgedramd en er kwamen goede argumenten. Met een aanstaande politicoloog worden dit soort gesprekken ook steeds lastiger: “Ja maar dat is toch heel subjectief wat jullie zeggen? Ik wil graag feiten horen. Jullie lijken wel de PVV met al die onderbuikgevoelens”, maar het antwoord bleef nee. De sfeer aan tafel werd al wat minder gezellig.

Het klinkt misschien gek, maar het feit dat zijn vriendin dan ook risico liep naast hem in die auto, maakte het nog erger voor me. Ik moest er niet aan denken dat haar iets zou overkomen door zijn schuld. En ik wist al dat haar moeder het ook spannend vond en de keuze aan ons liet.
Maar toch zat het me niet lekker in de daarop volgende dagen. Vooral die opmerking over eerst examen doen bij het CBR en daarna nog eens bij ons. Hij had al een bewijs dat hij het kon. En ik herinnerde me al die andere momenten waar we onze kinderen al hebben losgelaten en waar het prima afliep.
En ik dacht aan alle ouders in mijn praktijk die juist met dít stuk zo’n moeite hebben en overal vreselijke beren op de weg zien. Hoe ik dan altijd ‘predik’ dat kinderen juist van elke ervaring leren en dat angst geen goede raadgever is. Wat een afgang dat ik nu zelf, mevrouw de coach, niet eens mijn kind deze ervaring gunde.
Ik vond dat we ons beleid moesten heroverwegen en sprak mijn man erop aan, terwijl hij voor het eerst in ons samenzijn de meest ordinaire kerstverlichting in onze voortuin aanbracht. Ik begon een uitgebreid pleidooi waarom ik vond dat we toch het risico moesten nemen, dat ons kind juist enorm zou leren van zo’n retourtje Sneek. We wilden hem toch juist een positief signaal geven zodat zijn zelfvertrouwen op de weg zou groeien?
Ik was nog niet uitgepraat of mijn man zei: “Ik wilde meteen al ja zeggen maar jij zei nee”. Ok, we waren het dus eens geworden dat we het tóch goed vonden. In de ‘grote auto’ dan, bedong ik, die heeft meer kreukelzone dan mijn kleine Fiatje.
We brachten hem het goede nieuws, ik stelde de andere moeder gerust dat ik vertrouwen in hem had en dat we nog veel gingen oefenen. Elke avond reden we een rondje, terwijl hij over zijn tentamens sprak. We deden zelfs een keer Amsterdam by night, als ultieme uitdaging met al die fietsers en trams. Perfect was het niet, maar wel goed genoeg.
Dit weekend is het jonge stel dan echt naar Sneek gegaan, naar haar Beppe. Ik zal niet ontkennen dat ik af en toe keek waar ze reden, of ze daar voorbij de Coentunnel wel de goede strook hadden genomen. Als dat gelukt was, was het alsmaar rechtdoor de Afsluitdijk over. En het ging prima! Ze kwamen aan, bleven slapen. Op de terugweg pakten ze nog een Mac Donalds mee. En uiteindelijk kwamen ze weer heel thuis, met matching Friese kersttruien. Ik kon weer rustig ademhalen.

Weet je waar ik bij dit soort acties het meest bang voor ben? De publieke opinie, mocht het tóch mis gaan. Je ziet het dagelijks op social media bij allerlei berichten, dus je kunt de reacties al voorspellen: “Had je maar niet…”. Het leek wel of mijn ego nog een grotere rol speelde dan de angst om m’n kind te verliezen, vreselijk toch. Terwijl ik het zo belangrijk vind dat kinderen zelf dingen leren doen en zelf hun beslissingen leren nemen.
We kunnen ze nu eenmaal niet hun hele jeugd in bubbeltjesplastic inpakken en dan opeens loslaten als ze oud genoeg zijn. Kinderen moeten veel ervaringen opdoen, hun neus stoten, leren vallen en opstaan. In dit blog lees je nog meer tips hoe je kunt leren loslaten.
Het bleek maar weer, opvoeden is ook je beleid durven aanpassen als je kinderen je uitdagen om verder te kijken dan je eigen angsten. We groeien zo zelf met ze mee. Sta jezelf toe om ‘nee’ te zeggen, maar ook om van gedachten te veranderen.
En ik ga me alvast mentaal voorbereiden op de dochter die naar Italië wil rijden…