Eten is kan een lastig thema zijn bij pubers. Bijvoorbeeld als je puber zich alsmaar volstopt met ongezonde troep. Of juist ineens alleen nog maar groenten, kwark en proteïneshakes wil.
Het is vooral lastig als je zelf ooit hebt geworsteld met je gewicht. Met teveel eten. Of met te weinig eten. Of met dat onzekere stemmetje in je hoofd voor wie het nooit goed genoeg was.
Ik weet daar alles van.
Als tiener had ik flink overgewicht. Mijn ouders waren in die tijd veel bezig met diëten, calorieën, afvallen. Het ene moment waren we met z’n allen aan de brooddieet, het volgende moment weer aan de Zero 3 pillen. Op mijn 12e stond ik al tussen de volwassen vrouwen op de weegschaal bij de Weight Watchers. En aan de ene kant was het goed, want ik had ook overgewicht, maar het maakte het thema eten en gewicht wel een enorm Ding in mijn hele puberteit. Gepaard met de complimentjes als het afvallen lukte, dat geeft dan een dubbele lading.
Op mijn zeventiende ben ik stiekem heel weinig gaan eten, ik heb er nog een dagboek van, 400 kcal per dag daar was ik trots op. Ik viel 20 kilo af. Het gaf controle, zelfvertrouwen, en trots. Uiteindelijk ben ik niet doorgeslagen en weer ‘normaal’ gaan eten. Maar door de jaren heen bleef het onderwerp ingewikkeld. Zes jaar geleden gooide ik mijn leefstijl helemaal om. Ik ging meer bewegen en ging op mijn koolhydraten letten, waardoor ik ruim 30 kilo afviel. En het meeste is eraf gebleven. Toch blijft het een gevoelig thema.
Van moeder op dochter
Inmiddels is onze dochter van achttien. Wat ik van bezorgde moeders hoor heb ik hier ook meegemaakt: ze had de afgelopen jaren fases waarin ze flink kon snoepen en weinig haar kamer uit kwam. En ineens kwam dit jaar een omslag, ze werd echt een gedisciplineerde fitgirl. Ging op haar voeding letten, naar de sportschool, traint voor de marathon.
Ik weet hoe ingewikkeld het kan zijn, met mijn achtergrond, hoe je dan omgaat met je kind in al die fases. Aan de ene kant het fitte gedrag bewonderen, aan de andere kant de vraag of het niet te ver gaat. Wat moet je zeggen, wat moet je juist niet zeggen?
Wat goed is om te beseffen in zo’n situatie, is dat je vaak bang bent dat iets zich bij je kind herhaalt, maar dat het toch anders is. Zij is mij niet. En zij eet veel gezonder dan ik destijds. En zij leest zich goed in, luistert podcasts, en praat er gewoon over.
Ik voel me soms nog wiebelig op dit pad, ik ben nog zo gevoelig zelf, want ik weet hoe ik op mijn eigen moeder reageer als ze me een lief bedoeld complimentje geeft: “Wat ben je mooi slank”. Dat voelt niet fijn, zelfs nu ik al over de 50 ben. Ik wil de woorden ‘mooi slank’ nooit op die manier tegen mensen zeggen die zijn afgevallen.
Kinderen die teveel snoepen
Ik spreek regelmatig ouders die zich zorgen maken over kinderen die overmatig snoepen. Die weinig bewegen. En nu te zwaar dreigen te raken. Liefst wil je dan helpen, motiveren, je kind in beweging krijgen. En dat snap ik. Echt. Alleen is het ook niet goed als je daar tevéél de nadruk op legt.
Vaak gaat het bij een vader of moeder dan ook om het eigen ongemak. Je zorgen. Je eigen onzekerheid. Of je het wel goed doet als ouder.

“Ze moet nu echt wat minder gaan eten.”
“Ik vind het lastig om niks te zeggen als hij weer naar de koelkast loopt.”
“Moet ik het gewoon loslaten? Of is dat juist fout?”
Dus wat is dan de juiste balans?
Er is geen simpel antwoord. Maar dit zijn een paar dingen die ik ben gaan geloven, als moeder én als coach:
Eten is nooit losstaand gedrag
Achter overeten zit vaak verveling, verdriet of behoefte aan troost.
Achter eetgedrag van controle en strengheid zit soms perfectionisme, prestatiedruk of onzekerheid.Hoe je iets zegt, is vaak belangrijker dan wat je zegt
“Ben je nu alweer aan het eten?” klinkt als oordeel.
“Hoe gaat het eigenlijk met jou de laatste tijd?” geeft net even een andere invalshoek.Eten is ook een manier waarop jongeren regie nemen
En soms is dat goed. Ze ontdekken hun grenzen, hun keuzes. Als ouder hoef je niet alles te sturen. Soms is vertrouwen geven de beste vorm van nabijheid. Ik hoor van veel ouders dat kinderen die veel snoepten rond hun 17e/18e juist overgaan op zo’n bewuste fitte fase. Dit is wat ze ook op social media zien en dat motiveert.De relatie is belangrijker dan het eetpatroon
Je kind kan veranderen, ontwikkelen, zoeken. Alleen als jij goed in verbinding blijft met je kind, kun je echt iets betekenen. Blijf dus op zoek gaan naar die verbinding. Lees mijn blog over relatiegebaren nog eens door. Wees aanwezig, geef je kind aandacht, zonder controle uit te oefenen, toon belangstelling.
Niet door controle, maar door rust. Door aandacht. Door er te zijn.
Tips voor als je je zorgen maakt over het eetgedrag van je kind
Luister. Wees nieuwsgierig, niet controlerend.
Focus op energie, stemming, balans, niet op gewicht. Leer je kind omgaan met emoties.
Geef het goede voorbeeld zonder te preken.
Let op signalen van stress of overcontrole, maar oordeel niet te snel.
En bovenal: praat over wat je voelt, niet alleen over wat je ziet.
Tot slot
We willen allemaal dat het goed gaat met onze kinderen. We willen ze beschermen, sturen, helpen, en vooral problemen voorkomen. Maar als het over eetgedrag en het lichaam gaat, is dat vaak een mijnenveld. Zeker als je er zelf een geschiedenis in hebt zoals ik.
Soms is de kunst om even niks te zeggen. Alleen maar naast je kind te blijven staan. Niet als controleur, niet als personal trainer. Maar gewoon als ouder die zijn/haar kind vertrouwt.
Een ouder die weet: jouw lijf is van jou. En ik blijf dichtbij, ook als jij nog aan het zoeken bent naar wat goed voelt.

Wil je zelf werken aan je eigen triggers rondom dit onderwerp? Of denk je dat mentale begeleiding van je kind kan helpen, zodat hij of zij meer zelfvertrouwen krijgt? Plan dan eens vrijblijvend een kennismakingsgesprek in.