“Pfff over twee weken start zijn volgende examenweek en hij heeft nog niks gedaan. Hoe motiveer ik hem?”
Dit soort vragen krijg ik regelmatig in mijn mail. Een van de lastigste thema’s voor puberouders: hoe motiveer je je kind voor toetsen/examens of eigenlijk voor school in het algemeen?
Vaak geeft dit onderwerp veel gedoe in huis. Omdat er niet veel gebeurt, voel je als ouders de druk om je kind aan het werk te krijgen. Waardoor je nét wat geïrriteerder doet en nét wat meer afstand creëert. Je denkt dat je goed bezig bent maar het werkt averechts. Het aloude “Ik wilde mijn kamer net opruimen maar omdat jij het zegt heb ik al geen zin meer” geldt ook in deze situatie. Loslaten cruciaal, maar hoe doe je dat, als dat in het verleden niet opleverde wat je wilde? En als je de toekomstige onvoldoendes al door je hoofd voelt schieten?
In dit blog krijg je 8 tips om hiermee om te gaan.
1. Weet dat loslaten een leerproces is
Loslaten betekent niet dat je alles meteen perfect moet doen. Net als je puber, leer je als ouder ook door fouten te maken. Niemand gaf ons een handleiding bij ons kind, we moeten soms puzzelen en fouten maken om te ontdekken wat werkt.
Misschien hebben jullie ‘het’ in het verleden al eens losgelaten en liep het helemaal mis met de cijfers. Maar elke situatie is anders, en elke nieuwe poging is een kans om samen te groeien. Ook jij moet oefenen in dit proces! Begin klein, bijvoorbeeld met één verantwoordelijkheid die je aan je kind overlaat, zoals het plannen van een leerweek of het maken van huiswerk zonder controle. Een bepaald vak waar je niks meer over zegt.

2. Focus op kleine lichtpuntjes
Ouders zeggen me vaak dat als ze in zo’n negatieve spiraal zitten, ze ook echt niks leuks meer zien in hun kind. Als je brein ergens van overtuigd is (bv: “Hij is lui”), dan gaat je brein ook op zoek naar bewijs hiervan, waardoor je nog meer overtuigd wordt van je mening. Voor je het weet roep je het ook hardop naar je kind en wordt dat ook nog zijn of haar zelfbeeld.
Ga gewoon eens bewijs zoeken voor het tegenovergestelde, bijvoorbeeld ‘Hij is niet lui’ en geef ook aan die dingen aandacht. zoek dan naar lichtpuntjes, hoe klein ook. Heeft je kind zelf de wekker gezet? Een planning gemaakt, al is die niet perfect? Gaat het met sporten wél goed? Misschien is het gewoon het feit dat hij een keer begon met huiswerk of leren.
Benoem deze momenten. Zeg bijvoorbeeld: “Ik zie dat je echt moeite doet om dit op te pakken, dat is mooi.” Door positieve acties te erkennen, groeit je eigen vertrouwen én dat van je kind.
3. Herinner jezelf eraan dat fouten maken sterk maakt
Het kan eng zijn om los te laten, omdat fouten of mislukkingen je kind in de problemen brengen en misschien ook schaden. Maar fouten zijn juist een belangrijk onderdeel van leren. Bedenk: zou jij alles hebben geleerd wat je nu weet, zonder fouten te maken? Als je puber struikelt, biedt een luisterend oor in plaats van een oplossing.
Ik zou echt willen dat we vanaf nu alleen nog maar zó op tegenvallende cijfers reageren: “joh jammer, waar denk je dat het aan lag, wat kun je volgende keer anders doen?“.
Dit helpt je kind om na te denken over oplossingen zonder dat jij die aandraagt. Maar vooral voorkomt het alle ellende en boosheid die onvoldoendes soms opleveren in huis, dat is nergens voor nodig. Onvoldoendes horen erbij, zelfs blijven zitten of afstromen is niet erg. Sommige kinderen moeten wat vaker hun neus stoten voor ze hun aanpak willen veranderen.
4. Praat open over je eigen twijfels
Je mag best je kwetsbaarheid laten zien. Als je vertrouwen moeilijk vindt, kun je dat voorzichtig delen, zonder dat het als een verwijt klinkt. Zeg bijvoorbeeld: “Ik merk dat ik soms bang ben dat het niet goed komt, maar ik wil je graag de kans geven om dit zelf te doen. Hoe kunnen we dit samen aanpakken? Kun je me een teken geven als ik te ver ga? En mij af en toe wat meer vertellen over hoe het met school gaat?”
Dit laat zien dat je eerlijk bent, zonder het vertrouwen in je kind te ondermijnen.
5. Hoe ga je om met schaamte richting andere ouders?
Het kan soms voelen alsof alle andere kinderen succesvoller zijn of beter presteren, zeker als je vrienden trots vertellen over de cijfers of prestaties van hun kinderen. Bedenk dat deze vergelijkingen vaak onvolledig zijn. Je ziet het volledige plaatje niet – iedereen heeft uitdagingen, zelfs als die verborgen blijven.
Focus op je eigen kind: wat heeft hij of zij nodig? En onthoud dat jouw waarde als ouder niet wordt bepaald door de prestaties van je kind. Heb je hier last van? Ga dan elke dag in jezelf een mantra herhalen zoals: “Mijn kind mag groeien in zijn eigen tempo, en dat is helemaal OK.”
6. Hoe ga je om met het gevoel dat er meer in zit dan je kind laat zien?
Het kan frustrerend zijn om te zien dat je puber minder inzet toont dan jij denkt dat hij of zij kan. Maar onthoud: motivatie komt van binnenuit, en je kunt het niet afdwingen. Probeer in plaats daarvan nieuwsgierig te zijn: waarom lijkt je kind minder betrokken? Vraag zonder oordeel: “Hoe voel jij je over wat je bereikt hebt?” of “Wat zou jou helpen om het makkelijker of leuker te maken?”
Vaak zijn pubers zich wel bewust van hun potentieel, maar hebben ze tijd nodig om dit zelf te ontdekken. Laat zien dat je beschikbaar bent om hen te ondersteunen, maar geef ze de ruimte om het op hun eigen manier te doen. Ook al is die heel anders dan de jouwe.

7. Motiveer via verantwoordelijkheid met duidelijke afspraken
Loslaten betekent niet dat je helemaal geen grenzen stelt en uit contact gaat. Bespreek samen welke verantwoordelijkheid je kind krijgt en wat de verwachtingen zijn. Bijvoorbeeld: “Ik laat jou bepalen hoe je je leertijd indeelt, maar ik verwacht wel dat je elke dag even de planning met me bespreekt.” Of: “Met de vakken boven de 6 ga ik me niet meer bemoeien, maar met de vakken waar je lager staat nog wel“.
Dit geeft je kind vrijheid binnen duidelijke kaders, wat vertrouwen geeft aan beide kanten. Een gevoel van autonomie is een van de belangrijkste voorwaarden voor het voelen van motivatie.
8. Blijf de veilige haven
Wat er met al die ruzies over school gebeurt, is dat je boze dingen roept en jullie uit elkaar groeien. Terwijl het juist in deze fase zo belangrijk is dat je er bent voor je kind. Laat zien dat je beschikbaar bent, motiveer zonder je op te dringen. Soms helpt een simpel gebaar, zoals een kop thee aanbieden of samen even iets ontspannends doen.
Wat bij mij altijd hielp was als ik spontaan m’n kind ophaalde van sport, zodat hij niet met de trein hoefde. Dan heb je opeens heel andere gesprekken in de auto. Dat waren de momenten dat ik op mijn tong beet om níet over school te beginnen, en dat hij er dan zelf over begon. “Ik had ook beter moeten leren voor wiskunde, mam”.
En oefen dan om daarna ook even stil te blijven en die ‘told you so’ in te slikken.

Hou altijd in je achterhoofd dat een gevoel van relatie (verbinding) cruciaal is voor het ontwikkelen van motivatie. Verbinding met jullie als ouders, verbinding met de groep, verbinding met docenten.
Tenslotte
Als je merkt dat je zorgen je gek maken, zoek dan iemand op met wie je kunt praten. Dit kan een partner, vriend(in), of professional zijn. Door je eigen zorgen te delen, voorkom je dat je die onbedoeld bij je kind neerlegt. Soms helpt het ook om advies te vragen aan andere ouders: hoe pakken zij het aan? Je bent niet alleen in deze situatie.
Sowieso kun je mijn gratis ebook aanvragen met tips over pubers en motivatie. Je krijgt dan meteen korting aangeboden op mijn online cursus ‘Motiveer je puber’.
Loslaten en vertrouwen zijn moeilijk, zeker als het in het verleden niet goed ging. Maar het is nooit te laat om opnieuw te beginnen. Met kleine stappen, geduld en een focus op groei kun je je kind helpen zelfstandigheid en verantwoordelijkheid te ontwikkelen. En onthoud: ook jij groeit mee als ouder.

Neem het allemaal niet zo serieus. Soms volgen ze een ander pad dan wat jou het beste of het handigste lijkt. Maar linksom of rechtsom gaat het goed komen met je kind, blijf daarin geloven!