Laatst had ik een meisje van 14 tegenover me en we hadden het over executieve functies. Dat klinkt ingewikkeld, maar ik leg ze altijd simpel uit: de regelfuncties van je brein, die zorgen dat je de dingen op een handige manier aanpakt. We nemen ze stuk voor stuk door en vraag leerlingen dan om zichzelf een cijfer te geven van 1 tot 10.
Bij ‘emotieregulatie’ bleef ze na mijn uitleg even stil. “Ik denk… een drie,” zei ze met een lachje. “Ik kan gewoon zó snel in paniek raken. Vooral bij toetsen. Dan komt het ineens opzetten en dan lukt niks meer.”
Veel ouders denken bij executieve functies vooral aan plannen, organiseren, beginnen aan je huiswerk. Maar emotieregulatie is minstens zo belangrijk — en soms zó bepalend voor het dagelijks functioneren van een kind.

Wat is emotieregulatie eigenlijk?
Het betekent: je emoties kunnen herkennen, benoemen en hanteren op een manier die past bij de situatie.
Het is dus niet: alles onderdrukken of altijd kalm blijven. Maar wel: niet volledig overspoeld raken door spanning of woede, kunnen uitstellen van een reactie, kunnen kiezen hoe je reageert.
En dat is een vaardigheid die je kunt oefenen. Deels ontwikkelt het zich vanzelf met de jaren (het puberbrein is nog volop in ontwikkeling), maar een ander deel kun je echt trainen. In gewone, dagelijkse situaties.
Waarom is het zo belangrijk?
Als emotieregulatie zwak is, zie je dit bijvoorbeeld:
je kind schiet ineens in paniek bij een toets of presentatie
overprikkeling na een schooldag
heftige woede-uitbarstingen of juist dichtklappen
negatief denken: “Ik kan dit toch niet”, “Zie je wel, het lukt weer niet”
En vaak is dat geen onwil, maar onvermogen. Het brein raakt overbelast en kiest voor vluchten, vechten of bevriezen.
Wat kun je als ouder doen om emotieregulatie te versterken?
Help je kind emoties leren herkennen en benoemen
– “Ik zie dat je gespannen bent, klopt dat?”
– “Wat voel je nu in je lijf?”
– “Geef het eens een cijfer van 1 tot 10, hoe heftig voelt het?”
Oefen met vertragen en ademen
– Samen een ademhalingsoefening doen vóór een toets
– “Laten we drie keer samen diep in- en uitademen voor we verder praten”
Maak het klein in plaats van ‘fixen’
– Niet: “Je hoeft toch niet bang te zijn?”
– Wel: “Wat helpt jou op dit soort momenten een beetje rustiger te worden?”
Gebruik terugkerende situaties als oefenmoment
– Na een toets: “Wat ging er dit keer al beter in hoe je met de spanning omging? Hoe deed je dat?”
– Bij frustratie: “Wat had je anders kunnen proberen?”
Blijf rustig en nabij, zonder overnemen
– Jij bent de co-regulator: jouw kalmte helpt het systeem van je kind mee om tot rust te komen.
– Soms moet je daarbij ook juist een stapje terugdoen. Als je kind je de hele dag met appjes bestookt en jou nodig heeft om rustig te worden, dan kun je met je kind bespreken wat je kind zelf kan doen op zo’n moment. Maak samen een top 5 van dingen die bij jouw kind helpen.

Een belangrijke reminder
Emotieregulatie betekent niet: nooit meer van slag raken. Het betekent wél: leren hoe je weer terugkomt in je lijf, in het hier-en-nu, in rust. En dat vraagt oefening en geduld, net als met andere dingen die je moet leren.
Wil je dat je kind hier zelf mee aan de slag gaat?
In mijn boek Versla je faalangst! leren jongeren stap voor stap hoe ze rust in hun hoofd en lijf krijgen.
Ik leg precies uit hoe emoties werken in het brein, waarom je soms ineens blokkeert en — nog belangrijker — wat je zelf kunt doen als dat gebeurt.
Met praktische oefeningen, voorbeelden en tips waar jongeren zélf mee aan de slag kunnen.
Voor toetsen, spreekbeurten, sportmomenten of elke andere situatie waar spanning de overhand krijgt.