Kinderen die de strijd met je aangaan

Kinderen die de strijd met je aangaan

In mijn coachingspraktijk zie ik ze regelmatig: gespannen ouders die de regie kwijt zijn. Ze weten niet hoe ze met bepaald gedrag van hun kind moeten omgaan, zijn moe van de continue strijd en voelen zich onzeker. En terwijl ze dan vertellen over het gedrag van hun kind, zit daar soms een kind naast met een stralende glimlach op het gezicht.

Touwtjes in handen

Je zou het bijna trots of zelfvoldaan noemen… maar ik kan geen gedachten lezen, dus dan vraag ik wat hij of zij er zelf van vindt. En meestal zegt een kind dan dat het inderdaad nergens last van heeft. Dit lijkt een kind dat thuis goed de touwtjes in handen heeft. Wat is hier dan aan de hand?

Als een ouder van zijn plek gaat…

In een gezin heeft ieder een vaste plek en volgorde: vader, moeder en de kinderen van oud naar jong. De ouders zijn de ‘groten’ de kinderen zijn de ‘kleinen’. Als mensen van hun plek afgaan, ontstaat er onrust in het systeem. Bijvoorbeeld als moeder een burn-out krijgt. Of als vader depressief raakt. Of bij een scheiding. Of als bij een van de ouders iets speelt in het gezin waar ze zélf uit voortkomen. Gedoe met je eigen broers, zussen of ouders kan je enorm verlammen op de plek waar je nu zelf als ouder staat.

….dan begint de strijd

strijd plek
Uit balans

Wat er dan gebeurt, als één van de ouders van zijn of haar plek gaat, is dat een kind die plek in gaat nemen. Dat gaat onbewust, kinderen doen dat  uit liefde voor een systeem, om het systeem kloppend te maken. Dat heet parentificatie: een kind dat zich identificeert met de rol van de ouder. Soms gaat een kind voor de ouder zorgen, alsof de rollen opeens zijn omgekeerd en de ouder het kind is. Maar wat ook gebeurt, is dat het kind de strijd opzoekt: het maakt zich groter dan het is, voelt zich belangrijker, wil alles zelf bepalen. Dat uit zich in continu gedoe, ruzies, driftbuien. Kinderen die weigeren in hun eigen bed te slapen, of tussen papa en mama in willen liggen, die niet meer naar de ene ouder luisteren maar wel naar de andere ouder, of die de baas over hun broer en zus gaan spelen.

De oplossing: ga terug naar je eigen plek

strijd plek
In balans

Als dit aan de hand is in een gezin, heeft het niet zoveel zin om met alleen met het kind te werken op gedragsniveau. Er is een grotere verandering nodig: de ouders moeten weer stevig op hun eigen plek gaan staan. Meestal herkennen ouders wel wie van de twee niet stevig op zijn of haar plek staat. Soms is deze bewustwording al voldoende. Soms is een kleine opstelling nodig, met poppetjes op tafel of met matjes op de grond. Zodat je letterlijk in je lijf voelt hoe het is als je op de juiste plek staat. Pas als de ouders weer hun eigen plek hebben, kan het kind weer terug naar zijn of haar eigen plek.

Hoe doe je dat, je plek innemen?

In de praktijk kun je daar op een aantal manieren vorm aan geven:

  • Laat in je taalgebruik merken dat jij ‘de grote’ bent en je kind ‘de kleine’. Bijvoorbeeld: “Maak jij je daar maar geen zorgen over, dat is iets voor ons als ouders”. En dus kun je ook bij strijd zeggen: “…omdat ik je vader/moeder ben”. Vertel verhalen over hoe je kind als baby’tje was, knuffel en kroel lekker veel, zodat je kind zich weer helemaal kind voelt.
  • Deel problemen en zorgen met andere volwassenen, laat je kind gewoon kind zijn.
  • Dit betekent niet dat ze niets uit hoeven te voeren in huis. Juist als je je plek goed inneemt, kun je familieberaad organiseren en vertellen wat jouw verwachtingen zijn over wie wat doet, en kun je in goed overleg bepaalde taken verdelen. Als een teammanager luister je naar je teamleden, maar jij hakt de knopen door.
  • Laat je kind in zijn eigen bed slapen, niet tussen jullie als ouders in of op de plek van de afwezige ouder.
  • Let op de plekken die jullie aan tafel innemen. Systemisch is de beste volgorde: vader, moeder, en dan de kinderen van oud naar jong. Het maakt niet uit waar je begint, als het maar met de klok mee is. En als het kan, zet dan je kind tegenover jullie als ouders, zodat het gewend raakt aan het beeld van papa en mama naast elkaar tegenover zich.
  • Het gaat er bij het ‘plek innemen’ niet zozeer om dat je extra streng bent. Het gaat om de energie die je in jezelf voelt en uitstraalt. Heb je wel eens Cesar Millan met z’n honden gezien? Zie jezelf net als hij als de pack leader. Neem van nu af de beslissing om vertrouwen en kracht uit te stralen, zowel in je woorden als in je gedrag. Als je dat op de juiste manier doet, geeft dat opluchting in het systeem: je kind hoeft dan niet meer zo hard te werken (strijden) en kan een stapje terug doen.
  • Zijn jullie gescheiden? Dan is het verhaal over plek extra ingewikkeld, want dan woon je als ouders niet meer in hetzelfde huis. En misschien is er ondertussen ook een stiefmoeder en een stiefvader bij gekomen. Blijf je er bewust van dat jij en je ex-partner een systeem vormen met jullie kind(eren), ook al leef je niet meer samen. En in dit systeem blijven jullie je eigen plek houden. Geef hier zelf een praktische uiting aan, bijvoorbeeld door dit regelmatig te benoemen richting je kind: “Papa en ik vinden dat…”.
  • Laat je kind het gezin eens uitbeelden, met kleurtjes of klei, of met poppetjes van Lego of Playmobil. Speel er eens mee, wie staat waar, wat is de plek van elk gezinslid?

Ben je als moeder vaak onzeker? Zou je meer je plek willen pakken en meer zelfvertrouwen willen hebben? Denk dan eens aan de training ‘Jij blij, zij blij’ voor meer zelfvertrouwen!
https://www.dietzcoaching.nl/jij-blij-zij-blij/

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *