Zoek maar een vriendinnetje

Ik ben 9 jaar, en loop over een camping in Zwitserland. “Ga maar een vriendinnetje zoeken”, heeft mijn moeder gezegd.

Ik heb werkelijk geen idee hoe je dat doet. Hoe vind je iets waarvan je niet weet hoe het eruit ziet? Waar zoek je dan? Doelloos wandel ik in het rond.

vriendinnetje“Wil je een spelletje doen?”

Jaren later hoor ik mezelf hetzelfde tegen onze dochter zeggen. Ga maar een vriendinnetje zoeken. Elke vakantie is het weer raak: “Wil je Uno spelen?” “Ga je mee het water in?” “Zullen we een spelletje doen?”. Ze verveelt zich als we niets met haar doen.

Ik zoek zelf toch ook geen vriendin daar

Zomaar een vriendinnetje zoeken. Ga er maar aan staan. Ik weet wat ze voelt. Ik ga zelf toch ook niet over een camping lopen om te kijken wie ik een aardige mevrouw vind, om de rest van de vakantie mee door te brengen. Brrr, het idee alleen al. Maar ja, ik wil niet de hele dag Uno spelen. En na een kwartiertje in het zwembad wil ik er weer uit. Ik wil dat ze vrolijk ronddartelt met een vriendinnetje, zodat ik lekker kan lezen. Dat ze net als haar broer de hele dag onder de pannen is. Dat ze plezier maakt, dat ze geniet, nieuwe dingen ontdekt.

“Is dat meisje niet wat voor je?”

Dus onderzoek ik wat haar tegenhoudt… ik wijs meisjes aan “Is die niet leuk? Kun je met haar niet spelen? Kijk die meisjes daar zijn ook van jouw leeftijd”. Verbaasd hoor ik hoe ze best goed kan aangeven wat ze wil: “Die zijn hier al langer dan wij en hebben elkaar al. Ik zoek een vriendinnetje dat ná ons aankomt en nog niemand heeft”.

“Als ik iemand vind, krijg ik van jou een euro!”

Zo gaan de dagen voorbij. Op een dag, als ik weer aan haar hoofd zeur, zegt ze: “Vandaag ga ik het doen: wedden dat ik vanavond een vriendinnetje heb? Als ik iemand heb, krijg ik van jou een euro. En als ik niemand heb, geef ik jou een euro”. “OK!” roep ik vrolijk, verheugd over zoveel motivatie. Ergens knaagt een stemmetje dat ik nu toch wel afdaal tot het niveau “Voor elk doelpunt dat je straks scoort, krijg je een euro”.

Bingo

Die middag zie ik dat er een nieuw gezin aangekomen is. Een meisje zit voor de tent met haar ouders. Bingo! Ik loop naar onze tent en waarschuw onze dochter: daar bij het toilethuis in de buurt is een nieuw meisje, ze zit helemaal alleen met haar ouders, die wil vast spelen! “OK, ik ga erheen” verzekert ze me, denkend aan haar euro, en ik ga boodschappen doen.

“Zal ik met je meelopen?”

vriendinnetjeAls ik terug ben, zegt ze: “Ik ben er twee keer langs gelopen.” “En?” “En niks”. Mmm. Ik voel dat ze wel wil maar niet durft. “Zal ik met je meelopen?”. En zo gaan we samen. Eigenlijk is het ook niks voor mij, op vreemde mensen aflopen. Maar we hebben een hoger doel, en ik wil het goede voorbeeld geven. “Hallo! We zagen dat jullie vandaag zijn aangekomen, misschien willen jullie samen spelen?”. De ouders en het meisje reageren gelukkig enthousiast en ze loopt mee naar onze tent. Een beetje onwennig allebei:

“Wat zullen we doen?”
“Maakt mij niet uit”
“Mij ook niet”

Mijn doel is bereikt…

Ze gaan spelletjes doen, en de dag erna weer… en weer… en weer… Ergens spijt het me dat ík het voor haar heb geregeld – ik wilde juist dat ze het zelf zou leren en ervaren. Maar ach, mijn doel is bereikt, ik kan weer lekker lezen.

En zij… zij heeft de weddenschap toch maar mooi gewonnen!

 

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *