Meidengedoe op de middelbare school

Meidengedoe op de middelbare school

Deze week heb ik een paar meiden van 14-15 jaar in mijn praktijk gehad, allemaal rond het thema vriendinnen maken in een nieuwe groep. “Wat doe jij hier?” kreeg een meisje van 14 te horen, toen ze in haar nieuwe klas naast een ander meisje durfde te gaan zitten. Dat was duidelijk niet de bedoeling. De plek was al gereserveerd voor iemand die er nog niet was. En hoe goed de bedoelingen misschien ook waren, het kwam er wel erg rot uit. Dit is echt wel een voorbeeld van meidengedoe dat in elke klas wel speelt.

Ik dacht terug aan onze dochter, toen de nieuwe klassenindeling bekend was: er ontstond een druk verkeer tussen alle vriendinnen wie naast wie zou zitten bij welk vak. Als alles dan rond en geregeld is, dan voelt die eerste week van het nieuwe schooljaar een stuk veiliger. Naast iemand zitten blijkt echt een ‘ding’ te zijn. Uiteindelijk komt al dat gedoe ook maar voort uit onzekerheid. Maar hoe moet dat dan met dat nieuwe meisje in de klas, als alles al vooraf bekokstoofd is? Wat als jouw kind dat nieuwe meisje is?

Meidengedoe

Meidengedoe is iets dat meestal in groep 6 of 7 begint: bij welk groepje hoor je, bij welk groepje wil je horen, bij welk groepje mag je horen. BFF’s die je vandaag de rug toe keren en morgen weer vriendinnen willen zijn. Ga er maar aan staan als opgroeiend meisje. Kinderen hebben vaak feilloos door hoe de hiërarchie in de klas is: wie zijn de stoere meiden, de stoere jongens, wie hangen er wat meer bij. Ik spreek ook wel kinderen die juist nergens bij willen horen, niet bij zo’n groep in elk geval. Maar ook díe kinderen waarderen het wel als de rest ‘normaal’ tegen ze doet. Geen gefluister achter je rug om, of buitensluiten bij opdrachten die je met een groepje moet doen.

Als ouders kun je hier echt véél moeite mee hebben. Zeker als het voor jou vroeger pijnlijk is geweest. En toch hoort het er een beetje bij: kinderen leren van deze periode en moeten later toch ook zich staande leren houden in een groep vrienden of collega’s. Dus al botsend ontdekken ze wat wel en niet werkt… Jouw rol kan erin liggen om situaties te helpen evalueren: “Hoe zou jij het aanpakken als je haar was?”, “Wat denk je dat dat meisje het liefst zou willen?”.

Zo kan het ook

meidengedoe

Een ander meisje dat ik na haar eerste schoolweek sprak, laten we haar Anne noemen, had een heel andere ervaring. Anne kende na een klassenhussel ook vrijwel niemand en was zelf best introvert van aard. Bij de eerste les had het meisje voor haar zich omgedraaid en begon een heel leuk gesprek: wie ben jij, hoe oud ben jij, waar kom je vandaan. Stralend vertelde Anne me hoe fijn dat was, hoe leuk dat gesprek was, hoe ze ook zelf vragen terug durfde te stellen.

En het leuke was, dat andere meisje, laten we haar Lisa noemen, had ook weer een stel vriendinnen, en nu mocht Anne daar ook mee optrekken. Lisa bleek net als zij enorm van lezen te houden. De dag erna bij een viering in de aula zat ze toevallig naast Lisa en konden ze nog meer delen. “Ik denk wel dat we nu vriendinnen zijn”, glunderde ze. Ik heb vooral veel aandacht besteed aan hóe Lisa al die dingen deed, die Anne ook graag wil kunnen en durven. En hoe fijn het is voor de Anne’s in deze wereld, dat er ook Lisa’s zijn die het initiatief nemen in zo’n situatie. En dat Lisa’s weer andere dingen hebben die ze lastig vinden, misschien dingen die zij zelf juist niet lastig vond.

Oproep aan alle ouders

Heb jij een kind dat makkelijk contact maakt en al een leuke groep om zich heen heeft? Praat dan eens over nieuwe kinderen in de klas: hoe kun je die erbij betrekken? Hoe zou je het zelf vinden als je hem of haar was? Zo leer je je kind om ook oog te hebben voor mensen bij wie het even wat minder gaat.

Heb je een kind dat ook worstelt met dit soort dingen? Dan help je je kind vooral op praktisch niveau: hoe maak je contact, over wat voor dingen zou je kunnen praten? Wat voor vragen kun je stellen? Hoe denk je dat je zelf moet kijken/doen, zodat een ander een praatje met je gaat maken? Het helpt enorm als je kind snapt dat je zelf óók wel invloed hebt op de situatie. Hoe lastig het ook is. Hoe meer opties je je kind aanleert, hoe meer ze de keuze heeft in haar gedrag.

En als het echt allemaal niet lukt? Aarzel niet om ook een seintje aan de mentor te geven. Die zit er veel meer bovenop en heeft vaak wel ervaring met dit soort situaties. En soms is het ook gewoon pech voor een kind, als het niet lukt: als je je anders voelt dan de rest, als je niet eens weet óf je wel ergens bij wil horen. De puberteit is een zoektocht, en een continu balanceren tussen je eigen plan trekken en bij een groep willen horen. Misschien is er buiten je klas wel een groep waar je je fijn bij voelt. Misschien is het een online groep, of een groep met wie je sport of danst.

Geldt dit dan alleen voor meiden?

Natuurlijk is het allemaal niet zo zwart-wit en spelen dit soort processen ook bij jongens, misschien iets minder stiekem en gemeen zoals meiden dat kunnen doen. En natuurlijk heb je jongens die liever in een groep meisjes zijn en meisjes die liever in een groep jongens zijn. Zoveel mensen zoveel smaken. Zeker in deze tijd met alle aandacht voor LHBTQ+: ook iemand die nog erg op zoek is naar de eigen identiteit, of daar al helemaal uit is, is bezig met groepen die wel of niet leuk zijn om bij te horen. De mens is van oudsher natuurlijk ook een groepsdier: in je eentje zou je het in de prehistorie niet overleven.

En als je nu – net als ik – denkt: “Maar ik heb eigenlijk een hekel aan groepjes mensen”? Dan vormen we samen toch ook weer een groep…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *