Mopperend naar meer motivatie

Mopperend naar meer motivatie

“Hoe gaat het?”

“Goed! Nergens pijn meer! Ik heb keurig om de dag mijn oefeningen gedaan.”

“Mooi zo. Dan gaan we nu kijken hoe we dit voort gaan zetten.”

“Maar ik hoef dit toch niet te blíjven doen? Het is toch over? Ik vind het zoooo saai. Het kost me zoooveel tijd elke keer. Zeker die lunges die zijn echt stom om te doen.”

Hoor mij eens piepen tegen de fysio… een volwassen vrouw van net 48 zit te klagen over de oefeningen die ze moet doen voor haar eigen bestwil.

Van een paadje naar een snelweg

leren paadje snelweg

“Mmm nu komt het lastigste van mijn werk. Hoe motiveer je mensen. Als jij het antwoord weet, heb je goud in handen”, zegt fysio Bas.

Hij steekt van wal over ons brein: “Als je iets nieuws leert, dan maak je nieuwe paadjes aan in de hersenen. Langzaam maar zeker worden die paadjes breder, een nieuwe gewoonte ontstaat. Je bent een nieuwe manier van bewegen aan het leren, en dankzij die oefeningen leren je hersenen hoe het moet. En daar zijn toch minimaal 6 weken voor nodig, voor het goed ingesleten is. Net als toen je hebt leren fietsen.”

Tjemig, het is net alsof ik mezelf over motivatie hoor praten tegen die pubers. Zelfde metaforen: paadje, snelweg, fietsen…

Ik bleek verkeerd te lopen

Een maandje geleden kwam ik voor het eerst binnen bij Bas en ik voelde gelijk dat ik op de juiste plek was. Elk jaar als ik weer vaker ga wandelen, raakt mijn knie overbelast. Nu wilde ik geen lapmiddelen maar een goede oplossing. Hij had een jongen als stagiair en samen gingen ze om de beurt voelen en overleggen waar dit vandaan kwam. Het was niet alleen leerzaam voor de stagiair.

benen

Ik bleek bij het lopen mijn hamstrings (achterkant) te veel te gebruiken en mijn quadriceps (voorkant) te weinig. En dat geeft pijn op die specifieke plek waar ik pijn had. De oplossing? Mijn quadriceps trainen zodat ze beter gingen meedoen bij het lopen. Logisch.

Alsof ik mijn oorlel moest bewegen

En toen gebeurde er iets bizars. Bas legde zijn hand op mijn bovenbeen en zei: “Span hier eens aan”. En mijn brein wist gewoon niet hoe het contact moest maken met dat bovenbeen. Alsof iemand tegen me had gezegd “Beweeg je oorlel eens”. Na wat oefenen lukte het opeens: “Huh? Nu is het makkelijk. Wat gek dat ik dit net niet kon”. Ik besefte dat dit dus gebeurt bij een kind dat reflexintegratie krijgt: je leert opeens spieren aansturen waarvan je niet wist dat je dat kon. Je wordt je er opeens bewust van. En dat heeft dan weer invloed op je hele beweegstelsel.

Van erkenning naar opluchting

Wekenlang heb ik braaf mijn oefeningen gedaan: bovenbeen aanspannen en loslaten. De stagiair had er nog een pakket oefeningen bij bedacht, squats en lunges en wat al niet meer, zeker een half uur tijd kost het.

En nu zat ik weer bij Bas, trots en blij dat de pijn weg was. En zat ik als een puber te mopperen op die oefeningen. Ik dacht aan wat Tea Adema me geleerd had over motivatie: erkenning erkenning erkenning. Laat ze maar goed mopperen. In mijn praktijk geef ik een kind dan een matje in de hand dat bijvoorbeeld staat voor het vak wiskunde. Zeg me maar na: “Ik vind je zóóó irritant! Ik haat je! Ik vind je écht stom. En de docent ook! Ik zou je het liefst zó uit het raam gooien.”. En daarna volgt de opluchting. Het is eruit. Dan kunnen we verder praten. En nu? Je wilt toch over? Hoe ga je dat fixen?

Gemotiveerd liep ik weer naar buiten

Zo’n ervaring had ik vandaag bij Bas. Aan het eind van de sessie was er niks meer over van mijn gepiep. Ik zei moedig: “Nou ja, ik hou wel van een challenge, net als mijn 10.000 stappen per dag, daar kan ook wel dit half uurtje oefeningen bij.” Bas sprak me vol vertrouwen toe: “We maken geen nieuwe afspraak, ik weet dat jij dit gaat doen”.

En met deze motivatie op zak liep ik weer naar buiten. Vanavond weer mijn oefeningen doen. Thanks Bas!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *